Google Routekaart naar Kirchzarten

Hier kunt u het GPX bestand downloaden

deze is gemaakt met RouteYou routeplanner

Roadbook Vianen Kirchzarten
PDF – 4,5 MB 77 downloads
Routeyou Vijfheerenlanden Kirchzarten
Geografische data – 1,1 MB 74 downloads

Fietsen naar het Zwarte Woud 1998

Vianen Vijfherenlanden

Zo'n 3400 jaar geleden waren de eerste nederzettingen in het dorp Vianen, maar het dorpje werd vaak geteisterd door overstromingen waardoor de bewoners steeds weer ergens anders gingen wonen. Rond het jaar 1000 na Christus kwamen er pas definitieve nederzettingen.

In 1336 gaf Willem van Duivenvoorde, de bouwheer van Vianen met zijn vrouw Heilwich van Vianen de eerste stadsrechten aan Vianen. Willem legde Vianen aan als vestingstad. De stad heeft verscheidene verdedigingswerken, zoals bijvoorbeeld de stadsmuren en de Lekpoort. Met deze verdedigingswerken kon de bisschop van Utrecht onder druk worden gezet, waardoor Vianen een concurrentiepositie kreeg ten opzichte van Utrecht. De stad ligt op een strategisch belangrijke plaats aan de Lek. Later was de stad een schakel in de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

De familie Brederode was belangrijk voor de historische ontwikkeling van Vianen. Ze maakten van Vianen een bloeiende stad, die tegelijkertijd ook een staat was. In 1414 werd Walraven I van Brederode door een huwelijk heer van Vianen. Het geslacht van Brederode bewoonde het kasteel Batestein. De familie van Brederode hoorde tot de voornaamste adel van Holland en speelde in de geschiedenis van Holland een belangrijke rol. In 1679 overleed Wolfert van Brederode, de laatste mannelijke afstammeling van de familie en de laatste heer van Brederode. De heerlijkheid van Vianen werd geërfd door het Duitse huis Lippe. Vianen was in die tijd nog een van de Republiek onafhankelijk deel van het Duitse Rijk. In 1696 ging het kasteel Batestein in vlammen op, de Hofpoort is het enige wat er nu nog van over is.

In 1725 werd Vianen gekocht door de Staten van Holland en West-Friesland voor een bedrag van 898.200 gulden.[2] Ongeveer 70 jaar later, na het uitroepen van de Bataafse Republiek in 1795, werd Vianen deel van het gewest Holland.

De gemeente Vianen werd ingesteld in 1812, en maakte deel uit van de provincie Zuid-Holland. Op 1 januari 2002 werd de gemeente ingedeeld bij de provincie Utrecht. Op 1 januari 2019 fuseerde Vianen met de naburige Zuid-Hollandse gemeenten Leerdam en Zederik tot een nieuwe gemeente Vijfheerenlanden die werd ingedeeld bij de provincie Utrecht; de ambtelijke organisaties van deze drie gemeenten waren reeds op 1 januari 2018 een samenwerking aangegaan.

Fort Everdingen
Is een fort dat gelegen is op de grens tussen de Nederlandse gemeenten Vijfheerenlanden (provincie Utrecht) en Culemborg (provincie Gelderland). Het is een onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en vormt samen met Fort Honswijk het Lek-acces. Het fort is vernoemd naar het naburige dorp Everdingen.
Geschiedenis
Het torenfort werd gebouwd tussen 1842 en 1847 op de plek waar de Lekdijk en Diefdijk samenkomen. In 1874 werd het torenfort ingrijpend gewijzigd. De bovenste verdieping werd afgebroken en de kwetsbare frontzijde werd grotendeels omgeven door een contrescarpgalerij.[1] Dit is een metersdikke aarden wal met in de basis een bakstenen galerij van twee verdiepingen. Dit bood extra ruimte voor de legering van soldaten en de opslag van materieel.[1] Er was ook een poterne, die de manschappen gebruikten om direct de frontwal te bereiken.[1] In 1877 kwamen twee grondgedekte gebouwen, gebouw A en B, gereed. Deze tellen drie verdiepingen en op de bovenste verdieping stonden kanonnen gestald en op de onderste verdieping lag de munitie opgeslagen. Drie jaar later werd een fortwachterswoning opgeleverd.
Bij het fort liggen drie sluizen voor de inundatie van de polder tussen de Diefdijk en Culemborg. De meest opvallende is de beersluis, een combinatie van een inlaatsluis en een beer, aan de oostzijde van het fort, die samen met de waaiersluis van Werk aan het Spoel werd gebruikt voor de inundatie.

Leerdam

Glasblazerij

Houtloods ‘Holland’, in het centrum van Leerdam, is het enige resterende gebouw van de succesvolle Leerdamse houthandel Varsseveld. Dankzij de komst van de stoomzaagmolen beleefde het bedrijf aan het einde van de 19de eeuw een enorme groei.

In 1986 sloot firma Varsseveld de poorten en in 1997 werd in houtloods ‘Holland’ het Glas Centrum opgericht, onder toezicht van de gemeente Leerdam. Vanaf januari 2008 ging deze werkplaats verder onder de naam Glasblazerij en ging samen met het Nationaal Glasmuseum.

Het Nationaal Glasmuseum houdt zich niet alleen bezig met het verleden van glas maar heel nadrukkelijk ook met de toekomst van glas. De Glasblazerij heeft zich de afgelopen jaren in hoog tempo ontwikkeld tot een ‘glaslab’, waarbij kunstenaars en vormgevers kunnen experimenteren met glas en hun ontwerpen laten uitvoeren.

Toeschouwers kunnen al deze verrichtingen op de voet volgen vanaf de tribune. Voor hun ogen worden de meest uiteenlopende kunst- en designobjecten vervaardigd.

Glaslab

De Glasblazerij is een creatief glaslaboratorium. Kunstenaars en ontwerpers experimenteren hier samen met onze glasblazers met glas. Daardoor ontstaan de meest onverwachte en bijzondere creaties.

Wij zoeken altijd nieuw talent! Studenten en docenten van o.a. de Rietveld Academie, Design Academy, ArtEZ, Sint Lucas en de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, zetten regelmatig bij ons hun eerste stappen in de wereld van het geblazen glas.

Ook krijgen kunstenaars en ontwerpers een werkperiode in de Glasblazerij voor het maken van werk dat daarna tentoongesteld wordt in het Nationaal Glasmuseum. Je kunt ook je eigen ontwerpen laten uitvoeren. Heb je een idee, huur ons in!

Kunstenaars, ontwerpers en een ieder die hun ontwerpen in glas willen laten uitvoeren zijn van harte welkom in de Glasblazerij Leerdam.

Glasblazen is niet eenvoudig, een ervaren glasblazer met assistent zijn onontbeerlijk om een goed resultaat te bereiken. Een ervaren glasblazer kost € 50 per uur en een assistent € 25,- per uur. Als je een ontwerp wilt laten slijpen of zandstralen kost dat € 60,- per uur.

Voor minder dan € 1.000,- voor een hele dag (7 effectieve uren) kan je dus glas van een superieure kwaliteit laten maken. De ervaring leert dat, afhankelijk van de moeilijkheidsgraad, tussen de 5 en de 12 stukken per dag geblazen kunnen worden.

Het gebruikelijke deel van de koeloven voor de stoel van de dag, d.w.z. de helft van onze koeloven, is voor jou. Als je grote stukken wilt maken waarbij extra veel glas wordt verbruikt, of je hebt meer koelruimte nodig of een langer koelproces wegens de dikte van het glas van je ontwerp, dan brengen wij hiervoor extra kosten in rekening. Bel ons voor meer informatie op 0345 – 614 960 of mail naar glaslab@nationaalglasmuseum.nl 

Fort Asperen
In de omgeving van het fort zijn nog restanten te vinden van de mobilisaties van 1914-1918 en 1939-1940, waaronder een aantal groepsschuilplaatsen type P en een kogelvanger.

In de 19e eeuw werd de Nieuwe Hollandse Waterlinie aangelegd, een verdedigingsstelsel waarbij grote stukken land onder water konden worden gezet. Fort bij Asperen, gebouwd tussen 1845 en 1847, was onderdeel van deze linie. Het is een zogeheten torenfort met torens van zwaar metselwerk, die een doorsnede van maar liefst 33 meter hebben. Het fort is omgeven door een gracht en is bereikbaar via een houten brug. Op 12 april 1940 werd de waterlinie voor de laatste keer onder water gezet en het Fort bij Asperen in stelling gebracht tegen de vijand. Het heet nu Kunstfort Asperen en er worden culturele evenementen en exposities georganiseerd.

Baardwijkse Overlaat
De Baardwijkse Overlaat is een natuurgebied tussen Drunen en Waalwijk en is sinds 1978 in beheer van Vereniging Natuurmonumenten. Het gebied werd aangelegd in 1766 en functioneerde voor het eerst in 1769. Het gebied had de functie om het water van de Maas op te vangen in tijden van overstromingen.

Franciscushof
Neerpelt Belgie

Kinderboerderij
Hier kan je genieten van een lekker ambachtelijk ijsje. Je kan er ook een pony huren om er een leuk ritje mee te maken. of overnachten in hun gezellige B&B voor meer info ga naar de website: http://www.franciscushof.be/

Bree

B&B De Passerel ligt in de groene Limburgse Kempen langs de Zuid-Willemsvaart, te midden van een prachtige natuur. De gastvrouw, Laurette, van West-Vlaamse origine maar al jaren thuis in Limburg, biedt je 3 nieuwe kamers aan met elk een verzorgde badkamer. Een uitgebreid ontbijt en heerlijke streekgerechten worden opgediend in een ruime, gezellige eetruimte met aansluitend terras. Riante zithoek en charmante infohoek staan volledig ter beschikking van de gasten. B&B de Passerel is pure verwennerij.

Connecterra

is de hoofdtoegangspoort van het Nationaal Park Hoge Kempen. Dit bijzondere gebied ligt op het voormalige mijnterrein van Eisden op de grens met Dilsen-Stokkem. Een kwart eeuw geleden draaide de mijn nog op volle toeren, nu is het op en top natuur. De komende jaren liggen er grote plannen klaar voor dit gebied, met respect voor natuur en erfgoed. Het wandelgebied is uitgewerkt en de routes tonen je het mooiste panorama van Vlaanderen in een verrassend landschap van bergen en meren. In totaal 5 routes loodsen je doorheen het gebied, je kan ze moeiteloos combineren met de 'wandelwissels'. Het wandelgebied sluit aan op de wandelingen van 'Mechelse Heide' en 'Station As'. Het nieuwe bezoekersonthaal opent zijn deuren vanaf zondag 6 april. Je kan er informatie vinden over het Nationaal Park en tot rust komen in de tuinkamer bij een drankje. Buiten kunnen de kinderen zich uitleven in de 'Speelput'. De schachtbok is toegankelijk tot op het eerste niveau en biedt al een eerste indruk van wat Connecterra te bieden heeft.

Fort Eben-Emael
Bassenge,Eben-Emael

Fort Eben-Emael, gelegen in het Belgische Eben-Emael, even ten zuiden van Maastricht, is een voormalig Belgisch militair verdedigingswerk dat deel uitmaakte van de buitenste oostelijk gelegen fortengordel rond Luik, gebouwd in het Interbellum. Dit uniek gelegen en uitstekend bewapend sperfort, met 17 ondergronds met elkaar verbonden bunkers beschouwde men destijds als oninneembaar.
Het Fort Eben-Emael maakte als belangrijke schakel in de Fortengordel rond Luik en de Belgische voorverdediging, naast de KW-stelling en de Stelling van Antwerpen, tot 1940 deel uit van de Belgische verdediging tegen een militaire dreiging uit het Oosten.

Maastricht

In hartje stad vind je het prachtige Vrijthof. Dit bijzondere plein staat bekend als decor voor de zomerconcerten van André Rieu, het Preuvenemint en Magisch Maastricht op het Vrijthof. Het andere (en grootste) gedeelte van het jaar is het Vrijthof vrij om over heen te wandelen en het bijzondere uitzicht te bekijken. Rondom het Vrijthof staan tal van historische gebouwen die nog herinneren aan de tijd dat Maastricht een religieus centrum en een militaire vesting was. Denk aan de Sint Servaaskerk, Sint Janskerk, het Spaans Gouvernement, de Hoofdwacht en het Generaalshuis. Aan de andere kant vind je talloze gezellige terrassen en mooie hotels die gedurende het hele jaar druk bezocht worden door de bezoekers én bewoners van Maastricht. Dit romantische en historische plein is het grootste plein van Maastricht. 

Bisschopsmolen

Hoe dichter de bezoekers bij de Bisschopsmolen komen in het hartje van Maastricht, hoe beter de bezoekers het geklater van de watermolen horen en hoe meer het water door de monden loopt vanwege de geur van vers gebakken brood. De Bisschopsmolen stamt uit de 11e eeuw en is in 2004 in ere hersteld. De watermolen wordt door het water van de Jeker aangedreven. Wie nieuwsgierig is kan de molen bezichtigen, de bakkers aan het werk zien en genieten van één van de heerlijke gerechten in de Gelagkamer.Liever zelf de handen uit de mouwen steken? Boek één van de workshops! Tevens kunnen bezoekers terecht voor een bijzondere overnachting: een B&B boven de bakkerij!

Kasteel Eijsden
Eijsden
Graaf de Geloeslaan 8, Caestert (Eijsden)

Het tegenwoordige kasteel Eijsden (ook wel Caestertburg en De Borg genoemd) is gebouwd in 1636, verbouwd in 1767 en historiserend gerestaureerd in 1881-1886.
Het bestaat uit twee haaks op elkaar staande vleugels die aan de buitenhoek op een uitspringende zware hoektoren aansluiten die weer geflankeerd wordt door een smal traptorentje. Beide torens zijn voorzien van een helmdak met knobbelspits. Aan het uiteinde van de oostvleugel bevindt zich eveneens een torenachtig gebouw met daarin een poort met doorgang naar het binnenplein. Boven deze poort bevindt zich het jaartal van voltooiing van het kasteel en het alliantiewapen van de families De Lamargelle en von Bocholtz. Ook deze toren heeft een helmdak met knobbelspits. Het geheel is volledig omgracht waardoor het als een waterkasteel kan worden betracht. Het kasteel is gebouwd in een maniëristische Maaslandse renaissance-stijl, met gevels die alle rijkelijk zijn voorzien van speklagen (mergelbanden afgewisseld met rode bakstenen), venster omlijstingen van Namense steen en een kroonlijst van mergelsteen.
De verbouwingen in 1767 tot 1770, uitgevoerd door de Luikse architect Etienne Fayen, betrof voornamelijk het inwendige van het kasteel en omvatten stucversieringen en betimmeringen in Lodewijk XV-stijl op de begane grond en geschilderde bovendeurstukken in de eetzaal. Later werd het interieur en bordestrap van de verdieping in Lodewijk XVI-stijl uitgevoerd. In het kasteel bevindt zich tevens een schoorsteenmantel afkomstig uit kasteel Oost.
Bij de verbouwing in 1881-1886 werden dakerkers toegevoegd, de spits van de hoektoren vernieuwd en het traptorentje van de knobbelspits voorzien. De zuidgevel kreeg hardstenen kruisvensters en de kroonlijst werd gedeeltelijk vernieuwd. De ingang van het kasteel werd aan het binnenplein vernieuwd in neo-renaissancestijl.
Bij het kasteel ligt een poortgebouw met voorhof, beide gedateerd uit 1649 en herbouwd na een brand in dat jaar. Het poortgebouw heeft een helmdak voorzien van een knobbelspits en aan de veldzijde een hardstenen poortomlijsting. Deze gebouwen zijn in 1883-1885 gerestaureerd waarbij het noordelijke deel is herbouwd.

Het park, aangelegd rond 1900, is vrij toegankelijk. Het is aangelegd door de indertijd beroemde Franse tuinarchitect Achille Duchêne (1866 — 1947) als vervanging van een laat-18e-eeuws park. Van dit oorspronkelijke park resteert alleen het gedeelte aan de noordzijde van het kasteel met hierin een eveneens 18e-eeuwse ijskelder. In het huidige park bevindt zich een neo-rococo vijver en een beeldengroep met drie putti. Op de zuidelijke terrasmuur staan een aantal borstbeelden en tuinvazen afkomstig van het nabijgelegen Oost. Een van de beelden stelt de herdersgod Pan voor, een geliefd motief van het Ancien Régime.

Het Kasteel en het park zijn privé-eigendom. Het kasteel is niet opengesteld, het park wel.

Viaduct van Moresnet

Het viaduct van Moresnet is een 1200 meter lange spoorwegbrug over het dal van de Geul in Moresnet. Het is een van de bekendste spoorbruggen van België, en van Europa. De brug is onderdeel van spoorlijn 24 (Montzenroute Antwerpen-Aken) die speciaal gebouwd is voor het transport van artillerie en troepen naar het front tijdens de Eerste Wereldoorlog. De brug is nu een belangrijke schakel in het internationale goederenverkeer. Ze verbindt het Duitse Aken met de haven van Antwerpen en bevindt zich nabij het rangeerterrein van Montzen.

Neutraal Moresnet, officieel Het Onverdeelde Gebied van Moresnet, was van 1816 tot 1920 een neutraal gebied met een oppervlakte van amper 344 hectare dat toebehoorde aan zowel het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (vanaf 1830 aan de nieuwe staat België) als aan Pruisen (vanaf 1871 Duitsland). Het gebied, in de vorm van een stompe driehoek, lag ten zuiden van de Vaalserberg en reikte tot aan de hoofdweg van Aken naar Luik.

In de Eerste Wereldoorlog werd het bezet door Duitsland en na afloop door België. Uiteindelijk werd het door België definitief ingelijfd en sindsdien maakt het deel uit van de provincie Luik. Neutraal Moresnet werd voornamelijk bevolkt door Belgen (vanaf de onafhankelijkheid), Pruisen (vanaf 1871 Duitsers) en Nederlanders (in mindere mate vanaf de Belgische onafhankelijkheid). In augustus 1914 werden alle inwoners genaturaliseerd tot Duitser.

Neutraal Moresnet ontstond na de definitieve val van Napoleon, nadat de Nederlanden en Pruisen het bij de herindeling van Europa niet eens werden over het bezit van een waardevolle zinkgroeve bij Kelmis in de toenmalige gemeente Moresnet. Het stond bekend als een zinkexporteur, een belastingparadijs, een smokkelvrijplaats, een gokoord en korte tijd als potentiële Esperantostaat.

Aan het begin van de christelijke jaartelling schreef Plinius de Oudere over een kostbaar erts dat te vinden was aan de voet van de Altenberg.[7] In de middeleeuwen ontstond hier het dorpje Kelmis. De naam is een verbastering van cadmia, het Latijnse woord voor zink. Vanaf de 15e eeuw dolf de plaatselijke bevolking in een groeve naar zinkspaat, een mineraal waarvan zinkpoeder werd gemaakt. Samen met koper werd zinkpoeder gelegeerd tot messing. Het zinkpoeder werd gewonnen door het gesteente dat het zinkspaat bevatte in een oven te verhitten, waardoor de stenen uiteenvielen. De vrijgekomen brokstukken zinkspaat werden vervolgens tot poeder vermalen. In de oven liep de temperatuur zo hoog op dat een groot deel van het zink in gasvorm door de schoorsteen verdween. Als gevolg daarvan was het eigenlijk niet mogelijk om de zinkwinning in voldoende mate rendabel te maken.

In de loop der eeuwen streden de rijksstad Aken en het hertogdom Limburg om het bezit van de groeve. Het gebied viel lange tijd onder jurisdictie van Aken, totdat de Fransen het gebied in 1795 inlijfden en bij de gemeente Moresnet voegden. Vanwege het kostbare bewerkingsproces werd de zinkgroeve noodgedwongen geëxploiteerd door een Frans staatsbedrijf dat aan het zinkspaatbedrijf de naam Vieille-Montagne gaf.[9]

Aan het begin van de 19e eeuw vond de Luikse uitvinder Jean-Jacques Dony een fabricagemethode uit waarmee puur zink kon worden gewonnen. Zijn uitvinding maakte gebruik van een verbeterde reductieoven, waarboven zich een pijp bevond waarin de zinkdamp opsteeg om vervolgens op schuin geplaatste platen neer te slaan en in inmiddels vloeibare vorm in klaarstaande bakken te druppelen. Door deze uitvinding kon niet alleen de opbrengst van het productieproces sterk verhoogd worden, maar ook de kwaliteit van het gewonnen zink. In 1805 vroeg Dony bij Napoleon een concessie aan om naar metalen te graven in een gebied van 8000 hectare in het Ourthedepartement van het Eerste Franse Keizerrijk. Vijf jaar later verkreeg Dony van Napoleon een patent op de productie van zink met een reductieoven. Samen met boekhouder Hector Chaulet stichtte hij de mijnonderneming Dony et Compagnie.

Dankzij de reductieoven nam de winning van zink enorm toe, maar Dony wist het product niet te verkopen. Daarnaast leidde de val van Napoleon in 1814 tot de instorting van de zinkmarkt. Het bedrijf werd van een faillissement gered door de rijke zakenman François-Dominique Mosselman, die op 25 april 1813 driekwart van de aandelen had overgenomen voor 555.000 frank.

Na de Honderd Dagen werd Napoleon in 1815 voorgoed verslagen en werd Europa op het Congres van Wenen opnieuw ingedeeld. Het pas opgerichte Koninkrijk der Nederlanden en Pruisen onderhandelden over hun gezamenlijke grens en het bezit van de zinkgroeve.[11] Diplomaat Hans Christoph Ernst von Gagern eiste met succes namens koning Willem I een deel van de oostelijke Maasoever op, maar over de precieze grens tussen Nederland en Pruisen bestond nog onduidelijkheid. De uiteindelijke grenzen werden onderhandeld door Maximiliaan de Man namens de Nederlanden en Karl von Bernuth namens Pruisen.[12]

Over het bezit van Kelmis bleken twee artikelen van het Weense verdrag elkaar tegen te spreken. De Nederlandse grens lag bij Kelmis tot twee kilometer oostelijker dan de westgrens van Pruisen en omdat beide partijen zeggenschap wilden over de zinkgroeve, kwamen ze niet tot een overeenkomst. De regeringen van de Nederlanden en Pruisen besloten om het gebied van Moresnet los te koppelen van de onderhandelingen en tijdelijk tot neutraal gebied te verklaren. Op 26 juni 1816 werd de stichting van 'Het Onverdeelde Gebied van Moresnet' met het Traktaat van Aken bezegeld. Het werd opgericht als een tijdelijke oplossing, maar de speciale commissie die het vraagstuk had moeten oplossen werd nooit bijeengeroepen. 

Kelmis

Kelmis is een Duitstalige gemeente in de Belgische provincie Luik. De gemeente telt ruim 11.000 inwoners. Tot de opheffing van het hertogdom Limburg in 1795 hoorde het gebied van het huidige Kelmis tot de Limburgse hoogbank Montzen. Net als de rest van het hertogdom werd Kelmis bij de annexatie van de Zuidelijke Nederlanden door de Franse Republiek in 1795 opgenomen in het toen gevormde Ourthedepartement. De huidige deelgemeenten Kelmis en Neu-Moresnet behoorden toen tot de gemeente Moresnet.

Worriken
Camping
Adres: Worriken 9, 4750 Bütgenbach, België
Telefoon: +32 80 44 69 61
Aan het meer van Bütgenbach ligt het sport- en recreatiecentrum Worriken, midden in een fantastisch bosrijk gebied. In de zomer is VENNtastic Beach een bewaakte zwemzone, met grote ligweide, waterfietsen, speeltuin en groot veld voor beach soccer en beach volleyball. Je kunt er ook zeilen, surfen, kajakken en kanoën. Het complex beschikt verder over vier hoogteparcours, twee ziplines en een klimparcours.

Vennbahn
De Vennbahn was een spoorweg in de Oostkantons die door het Verdrag van Versailles aan België werd toegewezen, hoewel delen ervan door Duitsland liepen. De Vennbahn verbond de industriële centra van Aken en Luxemburg op de kortst mogelijke manier. In België is het traject Sankt Vith - Troisvierges spoorlijn 47, het deel Raeren - Sankt Vith spoorlijn 48 en is het trace Raeren Grens - Raeren een onderdeel van spoorlijn 49.
De spoorweg werd door de Pruisische staat gebouwd om snel en gemakkelijk steenkool en ijzererts te vervoeren. Ook zou ze de economie van verschillende plattelandsgebieden laten opleven en de inwoners ervan werk verschaffen in de industriële centra, die door de komst van de lijn makkelijker toegankelijk zouden worden. De inwijding vond plaats op 4 november 1889, in de daaropvolgende jaren werd de baan bijna volledig naar twee sporen uitgebreid. Om dit mogelijk te maken moesten verschillende hoogteverschillen worden weggewerkt en het spoor op sommige plaatsen worden versmald omdat de beschikbare ruimte naar enkelspoornormen was berekend.

Ternell
Huis Ternell (Duits: Haus Ternell) is een voormalig jachthuis op de weg tussen Eupen en Monschau. Vanaf 1987[1] is het een centrum voor natuureducatie. Sinds 1999 is het een "CRIE", een Centre Régional d'Initation à l'Environment (regionaal centrum voor milieueducatie). Anno 2018 afficheert het centrum zich als centrum voor milieueducatie en duurzaamheid, "Naturzentrum Haus Ternell Eupen".[2]
In 2017 is Haus Ternell voor zijn energievoorziening geheel autarkisch geworden.[3]
Naam
De naam "Ternell" gaat waarschijnlijk terug op de veldnaam "Nell, Noll", als de aanduiding voor een kleine verhoging in het landschap. De vorm "Ter" duidt op een oorsprong uit de negende eeuw. Aldus zou "Ternell" betekenen: op de heuvel, op de hoogte.Ternell ligt aan de weg van Eupen naar Monschau. Aan de zuidzijde bevindt zich het dal van de Helle en aan de noordkant dat van de Ghete. Het ligt in het Hertogenwoud, dat deel uitmaakt van het grensoverschrijdend Natuurpark Hoge Venen-Eifel.
Geschiedenis
"Huis Ternell" is eigenlijk een groep van vier huizen, waarvan het oudste uit 1773 stamt. Het werd als jachthuis gebouwd door de Monschauer textielfabrikant Wilhelm Scheibler. In 1780 werd het staatseigendom.
In 1827 werd het huis als boswachterij ("Unterförsterei") aangeduid. In 1871 werd het huis door een grenswachter en de koninklijke houtvester bewoond. In 1873 is er sprake van twee huizen. In het ene huis woonden twee houtvesters; in het andere twee grenswachten. In 1882 is er sprake van drie huizen, maar een van de drie huizen is onbewoond. Dat is nog steeds het geval in 1902. In 1922 zijn er volgens het adressenregister van Eupen vier huizen.[4]
Er heeft naast het oorspronkelijke jachthuis nog een gebouw gestaan, dat dienst deed als herberg; dat gebouw is in 1913 afgebrand.[5]
Natuurcentrum Huis Ternell
Ontvangstruimte van het Natuurcentrum Huis Ternell
Het "Natuurcentrum Huis Ternell" werd in 1987 opgericht als centrum voor natuureducatie van de Duitstalige Gemeenschap in België.
Sinds 1999 fungeert het centrum als een door het Waals gewest erkend "CRIE", Centre Régional d'Initation à l'Environment (regionaal centrum voor milieueducatie).
In het centrum worden cursussen gegeven, onder andere voor schoolklassen.
Er is een natuurhistorisch museum met diorama's en informatie over het omringende gebied. In de nabijheid van het centrum ligt een klein arboretum. Naast het centrum bevindt zich een café-restaurant met terras.
In de winter is het centrum uitgangspunt voor langlaufen. Er kunnen ski's gehuurd worden.

Meer van Bütgenbach
Bütgenbach
Het Meer van Bütgenbach is een Belgisch stuwmeer op de rivier de Warche. Het meer ligt op het grondgebied van de gemeente Bütgenbach en heeft een oppervlakte van 120 hectare .De dam werd aangelegd van 1929 tot 1932 en heeft een hoogte van 23 m. De centrale kan jaarlijks ongeveer 2,2 miljoen kWh energie leveren en wordt uitgebaat door Electrabel.

Burg-Reuland
Burg-Reuland is een Duitstalige gemeente in de provincie Luik in België. De gemeente telt bijna 4000 inwoners. De fusiegemeente is genoemd naar het kasteel Burcht Reuland maar het gemeentehuis staat in Thommen. De gemeente wordt gerekend tot de streek Belgische Eifel. In de zuidoostelijke uithoek van de gemeente is het drielandenpunt van België, Duitsland en het Groothertogdom Luxemburg gelegen. In het deelgebied Reuland bevindt zich de ruïne van Burcht Reuland als een bezienswaardigheid. Op de plaats waar de huidige ruïne staat, bouwden de Romeinen reeds een kasteel. In het gehucht Weweler bevindt zich de Weweler Mühle.

Burcht Dasburg

De ruïne van de burcht van Dasburg. De burcht dateert uit de 11e eeuw en is honderden jaren in bezit geweest van de grafen van Vianden. Onder de burcht zijn nog 2 bunkers (niet te bezoeken) uit de 2e wereldoorlog.

Vianden
Vianden is een stadje met ca. 2000 inwoners in het gelijknamige kanton Vianden in het noordoosten van Luxemburg op een hoogte tussen 230 m en 510 m. De plaats Vianden ligt aan de grensrivier de Our en grenst aan Duitsland, aan de deelstaat Rijnland-Palts. Vianden, schilderachtig gelegen in de vallei van de Our met het imposante kasteel, trekt jaarlijks veel toeristen en dagjesmensen. Reeds in de Romeinse tijd was Vianden een castellum. Later werd Vianden de zetel van de graven van Vianden, die troonden in de burcht hoog boven het stadje. Vianden kreeg in de 11e eeuw stadsrechten naar het model van Trier.
Kasteel Vianden
Het Kasteel Vianden in de Luxemburgse stad Vianden is gebouwd tussen de 11e en 14e eeuw op de funderingen van een Karolingische en Romeinse vesting . Het is een van de grootste en mooiste adellijke residenties van de romaanse en gotische perioden in Europa.
Vanaf het begin van de 15e eeuw was het de zetel van de invloedrijke graven van Vianden die goede contacten onderhielden met de koningen van Frankrijk en het keizerlijke hof van Duitsland. Hendrik I van Vianden wordt ook wel de Zonne-graaf genoemd omdat tijdens zijn regeerperiode het bezit, de levensstijl en invloed van het huis van graafschap Vianden een hoogtepunt bereikten. Zijn opvolgers hadden honderden jaren lang veel invloed in de Ardennen, de Eifel en in Luxemburgse regio's.

Müllerthal

Dit Müllerthal wordt gekenmerkt door de meest bizarre rotsformaties. Ze kwamen na de laatste ijstijd tot stand. Ontzaglijke hoeveelheden smeltwater moesten zich toen een weg zien te banen door de vaak smalle valleien. Klei en andere grondsoorten spoelden daardoor weg, en de onderliggende, zachtere zandsteen kwam bloot te liggen. Die ging door de eeuwenlange inwerking van regen en wind allerlei grillige vormen aannemen, wat tot vandaag voor een fabelachtig schouwspel zorgt.
Niet voor niets wordt de streek ook La Petite Suisse' of Klein Zwitserland' genoemd.
De rotsen zelf luisteren naar namen als Arendsnest, Preekstoel en Perenkop. Bij zonsondergang lijkt het wel of La Petite Suisse is bevolkt met de schaduwen van gedrochten en geheimzinnige dieren.
Het dorp Müllerthal zelf is piepklein: Het kan er intussen wel eentje meer of minder zijn, maar volgens recente cijfers wonen in Müllerthal niet meer dan 45 mensen. Zoals gezegd is Müllerthal is meer dan een dorp, het is ook de naam van het dal waardoor de Ernz Noire stroomt.

Akkoord van Schengen

Het Akkoord van Schengen heeft tot doel de geleidelijke afschaffing van controles aan de gemeenschappelijke grenzen tussen de 26 deelnemende landen. Daarnaast voorziet het akkoord in de instelling van een regeling voor vrij verkeer van alle burgers uit de deelnemende staten, de overige staten van de Europese Unie en een aantal derde landen. De naam komt van het Luxemburgse plaatsje Schengen waar het akkoord op 14 juni 1985 is ondertekend.

De problematiek met vluchtelingen die vooral de landen aan de buitengrenzen van Europa trof, heeft ervoor gezorgd dat sommige landen weer grenscontroles hebben ingevoerd, waarmee het Akkoord van Schengen onder druk is komen te staan.

Het Schengengebied is in de loop der jaren steeds verder uitgebreid en omvat nu 26 landen.

Kasteel van Schengen
Remich

Het Kasteel van Schengen is een kasteel in Schengen in het zuidoosten van het land Luxemburg in de buurt van het drielandenpunt en de grenzen met Duitsland en Frankrijk. Ten oosten van het kasteel stroomt de grensrivier de Moezel. Ten noordoosten van het kasteel staat het Europamuseum en ten noordwesten staat de Sint-Salvatorkerk.

Het kasteel van Schengen werd voor het eerst in 1350 schriftelijk genoemd. Na vele wijzigingen van eigenaar, werd het in 1793 overgenomen door de industrieel Jean-Nicolas Zollamt. Hij liet het grootste deel van de waterburcht afbreken en bouwde in 1812 het huidige gebouw, dat het best kan worden omschreven als een herenhuis. In 1939 werd het kasteel overgenomen door de Elisabethinnen, die het gebruikte als vakantie- en conferentiecentrum. In de jaren 2010 tot 2014 werd het kasteel verhuurd aan de Luxemburgse hotelketen Goeres, die er een hotel uitbaatte. Sindsdien waren de gebouwen leeg en stonden ze te koop. Een Luxemburgs bedrijf kocht het kasteel met zijn 5.000 vierkante meter woonoppervlak en 1,3 hectare grond in 2016 voor elf miljoen euro.

Col du Donon
De Dononberg, die oploopt tot 1030 meter, is het hoogste punt in de Neder-Vogezen en markeert de grens tussen de Elzas en Lotharingen. Omdat het van veraf duidelijk zichtbaar is, wordt het sinds de prehistorie als heilig beschouwd. Omdat er maar weinig mensen in de buurt woonden, ontstonden er fascinerende legendes, deels mythe en deels realiteit. De Romeinen waren behoorlijk onder de indruk en droegen het op aan Mercurius, en de vroege christenen waren er doodsbang voor. Victor Hugo werd daar geboren in 1802, en een succesvolle imitatie van een oude tempel werd gebouwd op de top onder Napoleon III. Ook jij kunt de Donon veroveren! Volg het archeologische pad met talloze geïllustreerde uitlegborden die het verhaal van het gebied om je heen beschrijven en vertellen.

Kinzheim

Kintzheim is een dorp in het oosten van Frankrijk. Het ligt in de Elzas aan de voet van de Vogezen. In het centrum staan er huizen, nog gebouwd in vakwerk. Daarvoor is het gebied bekend. Vanuit Kintzheim gaat de weg omhoog naar kasteel Haut-Kœnigsbourg. Kintzheim ligt aan de wijnroute door de Elzas, een toeristische route langs wijngaarden van de Elzas.
Waarschijnlijk woonden er op de plaats waar nu Kintzheim ligt ten tijde van de Romeinen al mensen. De geschreven geschiedenis van Kintzheim begint in de 8e eeuw met de Merovingen.
Kintzheim ligt in het dal van de Rijn, die 18 km verder de grens met Duitsland vormt. Kintzheim ligt 4 km ten westen van Sélestat.

Riquewihr

Riquewihr is één van de prachtige dorpen die als een parelketting langs de ‘route de vin d’Alsace’ liggen. Riquewihr is daar ongetwijfeld één van de mooiste van. Het dorp ligt fantastisch tussen de wijngaarden, heeft prachtige straatjes en pleintjes met vakwerkhuizen en wordt voor een groot deel omringt door verdedigingsmuren. Of eigenlijk de stadsmuren, want Riquewihr is officieel een stad, omdat het in 1320 stadsrechten kreeg.
In Riquewihr vind je dan ook de best bewaarde vakwerkhuizen van de Elzas. Alleen in Colmar en in Straatsburg zijn er nog meer te zien, maar dat zijn dan ook echt grote steden.
Het dorp is niet buiten de aandacht van de toeristen gebleven. Jaarlijks bezoeken meer dan twee miljoen mensen Riquewihr. Het kan in de zomer dan ook akelig druk zijn. Als je de auto al kwijt kunt dan zul je je tussen de nauwe straatjes en steegjes moeten wringen. Niet echt een recept om van een dorpje te genieten, maar het is het toch wel waard. Als je goed ter been bent is het aan te raden om de auto in Hunawihr te parkeren en dan naar Riquewihr te lopen door de wijngaarden. Het is een wandeling van iets meer dan een kilometer en de moeite waard.
Het dorp ligt tegen de bergen van de Vogezen aan en loopt een beetje omhoog. De rue Charles de Gaulle, de hoofdstraat, loopt tegen de berg op tot de toegangspoort, de Dolder. De toegangspoort is gebouwd in de dertiende eeuw en vervolgens de eeuw daarop flink verbouwd.
De toren is een bijzonder bouwsel. Hij is redelijk hoog en is gebouwd bovenop de stadspoort, een constructie die je wel meer ziet in de Elzas. Hierdoor lijkt de Dolder op poten te staan. Het vakwerk dat in de toren is verwerk zorgt voor een fraai plaatje.
Vakwerk kom je wel vaker tegen in Europa, maar het vakwerk in de Elzas heeft een bijzonder verhaal. Opvallend is dat er verschillende kleuren worden gebruikt en dat had vroeger een betekenis. Aan de kleur van het vakwerk kan je het beroep of de religieuze voorkeur van de bewoners aflezen. Zo was een viswinkel blauw, had een bakker geel vakwerk en maakte protestanten hun huis rood.
n de toren is een museum te vinden waar, hoe verbazingwekkend, je meer kan leren over de verdedigingswerken van het dorp en de militaire geschiedenis van Riquewihr. Je kan de toren helemaal beklimmen, zodat je een prachtig uitzicht hebt over het dorp en de omliggende wijngaarden.
Helaas voor ons was het dicht toen wij er waren. Het weer was ook niet echt fantastisch dus we hadden sowieso niet veel van het uitzicht kunnen genieten.
Naast de toren staat een mooie fontein en daarnaast is er zowaar nog een museum. Het stikt ervan in Riquewihr. Ook dit exemplaar is gevestigd in een toren en heeft als thema martelen. Dat is niet echt ons ding en we zijn er ook niet in geweest.

Colmar
Colmar is een stad en gemeente in de Elzas in Frankrijk. Het is de prefectuur van het departement Haut-Rhin. In 2013 woonden er circa 68.000 mensen.De stad ligt in een relatief vlak landschap aan de rivier de Lauch aan de voet van de Vogezen. Bazel ligt op ongeveer 60 km en Straatsburg op ongeveer 65 km.
Colmar geniet een zonnig microklimaat. De omgeving is daardoor geschikt voor de wijnbouw.Het gebied speelde al een rol in de Romeinse tijd. In 58 v.Chr. versloeg Julius Caesar de Germaanse stam van Ariovistus hier. De eigenlijke stad Colmar werd gesticht in de 9e eeuw. Op een oorkonde uit 823 staat de stad vermeld als Columbarium, Latijn voor duiventoren. In 1226 werd Colmar een vrije rijksstad van het Heilige Roomse Rijk. In 1354 trad de rijksstad Colmar toe tot de Tienstedenbond van de Elzas.
In 1632 werd de stad veroverd door het Zweedse leger, dat er twee jaar bleef. In 1678, met de Vrede van Nijmegen, kwam de stad bij Frankrijk. In 1791 werd hier het bestuur van het departement Haut-Rhin gevestigd.
In de 19e eeuw kende de stad een bloeiende textielindustrie. Bij het einde van de Frans-Duitse Oorlog in 1871 kwam Colmar, samen met Elzas-Lotharingen weer bij Duitsland. In 1918 werd het weer Frans, en in 1940 volgde een Duitse bezetting en annexatie. In 1945 werd Colmar als laatste Franse stad door de geallieerden bevrijd.
In het verleden werd Colmar altijd met 'C' geschreven, ook in het Duits. Alleen van 1871 tot 1918 was de officiële schrijfwijze Kolmar; ook in de Hitlertijd werd Kolmar geschreven.
De onderstaande kaart toont de ligging van Colmar met de belangrijkste infrastructuur en aangrenzende gemeenten.n Colmar bevinden zich veel vakwerkhuizen uit de middeleeuwen en de renaissance, en het opmerkelijke Maison Pfister. De belangrijkste kerk is de Saint-Martin. In de dominicanerkerk bevindt zich het schilderij Madonna in de rozentuin van Martin Schongauer. De wijk petite Venise heeft schilderachtige huizen aan de Lauch.
Het Musée d'Unterlinden heeft als belangrijkste stuk het beroemde Isenheimer altaar van Matthias Grünewald.
In het geboortehuis van de beeldhouwer Frédéric-Auguste Bartholdi, de ontwerper van het Vrijheidsbeeld, is een aan hem gewijd museum gevestigd.
Wist je dat de beeldhouwer Bartholdi, die het Vrijheidsbeeld in New York gemaakt heeft hier in Colmar woonde. Een twaalf meter hoog exemplaar van het Vrijheidsbeeld is hier in Colmar te zien.

Munster van Freiburg
Freiburg im Breisgau

Het Munster van Freiburg is de hoofdkerk in het oude stadscentrum van de Duitse stad Freiburg im Breisgau. Het gebouw is sinds 1827 in gebruik als kathedraal van het toen opgerichte aartsbisdom Freiburg. De 116 meter hoge toren geldt als een meesterwerk van gotische bouwkunst. Het munster bezit een bijzondere inventaris, bestaande uit kunstwerken uit de dertiende tot de twintigste eeuw.
Na een brand in 1185 begon de herbouw van het munster. Het koor en dwarsschip werden in romaanse stijl voltooid. Het schip werd van ca. 1230 tot ca. 1300 in gotische stijl gebouwd, geïnspireerd op de kathedraal van Straatsburg. Ondertussen werd van ca. 1270 tot ca. 1340 de beroemde toren gebouwd. Ten slotte werd het romaanse koor vanaf 1354 door een laat-gotisch koor vervangen. De bouw daarvan sleepte zich tot 1536 voort.

Kirchzarten
Tussen de bomen van het Zwarte Woud ligt camping Kirchzarten, een ideale camping voor natuurliefhebbers die toch de stad dichtbij willen hebben. In het hoogseizoen zit bij de overnachtingsprijs de toegang tot het naastgelegen zwembad inbegrepen en een kaartje voor het openbaar vervoer. Op je gemak de omgeving ontdekken is zo erg gemakkelijk en voordelig. Tegen het dorpje Kirchzarten aan ligt Camping Kirchzarten, in het zuiden van het Zwarte Woud.
Giersberg-kapel

De Giersberg bij Kirchzarten is al zo'n driehonderd jaar een mariaal bedevaartsoord. Volgens de legende hoorde een herdersjongen een lieflijk lied terwijl hij het vee hoedde, maar kon hij geen ziel ontdekken. Niemand geloofde hem. Maar toen het gezang weer klonk, volgden ze het op en vonden een kleine afbeelding van de koningin van de hemel in een pijnboom, waarnaar mensen onmiddellijk een pelgrimstocht maakten om verlossing te vinden van allerlei soorten kwalen.
De huidige Giersbergkapel werd gebouwd in 1737. Naast de kapel is een restaurant van waaruit je een prachtig uitzicht hebt over Kirchzarten en het Dreisamtal.